Deze vraag heb ik al miljoenen keren gekregen en als ik deze rationeel bekijk, begrijp ik dat het voor iemand met een “normaal” eetgedrag onbegrijpelijk is. Lang geleden kon ik ook “gewoon” eten, ik spreek dan over mijn kinderjaren. Ik kon luisteren naar mijn lichaam dat me duidelijk toesprak met “knorren” bij honger en even een “boertje laten “ als teken dat het voldaan was. Ik kon toen vertrouwen op mijn lichaam, mezelf toestaan te genieten van eten. Eten was iets wat er gewoon bij hoort, je lichaam heeft eten nodig om te groeien, na te denken, te sporten, te wandelen, te leren,…
Het was ook vaak een moment om naar uit te kijken. Zeker met een verjaardag, een feestdag of gewoon, omdat woensdag frietjes dag was 😊.
Die woensdagen keek ik zo uit naar het moment dat mijn mama thuiskwam van haar werk en de verse frietjes begon te snijden. Eerst kijken naar “Samson en Gert” en dan genieten van een heerlijke maaltijd!
De feestdagen zijn weer achter de rug, en elk jaar opnieuw is er toch een gemis naar deze kindertijd, waar eten nog “gewoon” was. Op de jaarwisseling kijk ik elk jaar naar de sterren en hoop er eentje te zien vallen om mijn grootste wens te kunnen doen: “Nog éénmaal mogen genieten van een feestmaaltijd zonder angst, zonder spanning, zonder schuldgevoelens, zonder te moeten compenseren…”
Ik word dan ook kwaad op mezelf en stel mezelf weer de vraag waarom de anorexia zoveel macht heeft, waarom ik haar zo nodig heb om mij veilig te voelen en het leven aan te kunnen.
Dus waarom kan ik het niet?
Wel, de eetstoornis is mijn identiteit geworden. Zonder haar voel ik een leegte, een gevoel waardeloos te zijn.
Ze geeft mij het gevoel “iets te kunnen”, je kan spreken van een “talent”, althans zo voelt het aan.
Ze geeft mij ook een zeker gevoel van macht: niemand kan mij verplichten te eten. Op andere domeinen in het leven heb ik geleerd mij op de tweede, derde, vierde… plaats te zetten, mezelf weg te cijferen en altijd tevreden te zijn.
Ze geeft mij een gevoel van veiligheid en controle. Als ik niet weet hoeveel ik eet, voel ik onrust, omdat ik niet weet wat er met mijn lichaam zal gebeuren. Het vasthouden aan mijn schema geeft mij rust.
Het is ook een vraag naar aandacht en zorg. Ik heb geleerd dat “zorgen voor” een heel mooie eigenschap is en zeer waardevol. Jezelf opzijzetten is nobel. Daardoor voel ik mij vaak “leeg” gegeven, niet “gezien”, omdat het vaak éénrichtingsverkeer is. En dan is de eetstoornis een schreeuw om gezien te worden. Het is zeer tegenstrijdig natuurlijk: enerzijds verdwijnt je lichaam letterlijk als sneeuw voor de zon; maar tegelijkertijd zit hierin het doel een shock teweeg te brengen. Een gigantische gil om hulp.
Mijn grote uitdagingen zijn dus:
- Leren opkomen voor mijn noden, zonder mij schuldig te voelen dat ik de “ander” misschien eens op de tweede plaats moet zetten
- Leren zien én voelen dat ik wél talenten heb
- Leren genieten van voeding
- Via directe communicatie hulp durven vragen én in de eerste plaats misschien wel mezelf toestaan hulp te vragen!
Dus hier zijn alvast mijn voornemens voor de komende jaren! 😊
Pennetje


