Mama zijnde mét een eetstoornis, van een puberende dochter brengt een aantal bezorgdheden en angsten met zich mee.
Er is dus de factor dat ik zelf een eetstoornis heb. Voeg daarbij de sterk veranderende maatschappij, waarbij de sociale druk om “erbij” te horen steeds groter wordt. Waar ook op het vlak van hobby’s, prestaties belangrijker lijken te worden dan de ontspanning, maken de kans op het ontwikkelen van onzekerheid en ontevredenheid over zichzelf én het optreden van competitiegedrag steeds groter.
Ook ouders lijken in competitie te gaan met elkaar, vergelijken zich met elkaar. Ook bij hen spelen sociale media dus een grote rol
Graag wil ik jullie een aantal handvaten aanreiken om te kunnen beoordelen of er sprake is van een eetprobleem, dan wel een eetstoornis. Om in gesprek te gaan met je kind en om in geval van een vermoeden van een eetstoornis een eerste stap te zetten naar hulpverlening.
Is er sprake van een eetprobleem of een eetstoornis?
- We spreken van een eetprobleem als er een hapering is in het eetgedrag die aanhoudt. Dit kan zich uiten in tafelmomenten die minder ontspannen verlopen, verkramping van het eetgedrag, maar er is geen invloed op andere levensdomeinen.
- Bij een eetstoornis komen andere activiteiten onder druk te staan.
- Zo ontstaan er meer conflicten met je kind over het eten. Vaak omdat je kind meer gaat piekeren over wat/hoeveel/wanneer hij/zij eet en er paniek ontstaat als hij/zij hier geen controle over heeft.
- Je kind gaat zich meer en meer sociaal isoleren en heeft weinig contact met leeftijdgenoten. Ook hobby’s komen niet meer aan bod. Je kind wordt ook heel onzeker.
Hoe ga je nu in gesprek met je kind als je bovenstaande signalen herkent?
- Sta eerst stil bij wat dit met JOU doet! Praat hierover met een volwassene. Dit om eerst jouw gevoelens onder controle te krijgen, omdat jongeren nog niet goed kunnen omgaan met sterke emoties van hun ouders.
- Ga dan pas in gesprek met jouw dochter/zoon. Kies een rustige plaats en neem voldoende tijd om ongestoord te kunnen praten. Focus op hoe jouw kind zich voelt, stel vragen, maar zeker niet over eten of gewicht! Maak ruimte voor gevoelens achter de eetstoornis. Vaak gaat het om pijnlijke ervaringen en is het “verstoorde” eetgedrag een manier om hiermee om te gaan.
- Geef “juiste” complimenten: kies voor complimenten die niet gerelateerd zijn aan uiterlijk of gewicht. Maar benoem bijvoorbeeld dat je je kind moedig vindt, dat hij/zij belangrijk voor jou is. Voor mezelf kan de opmerking: “Je ziet er goed uit” al totaal “mis” zijn. Ik interpreteer dat dan als: “Oh nee, ik ben aangekomen!”
- Blijf ouder, neem niet de rol van hulpverlener op. Blijf leuke dingen doen en zet in op interesses, hobby’s en kwaliteiten en focus niet op de eetstoornis. Ook hier kan ik enkel het belang van benadrukken. Want toen bij mij duidelijk werd dat ik een eetstoornis ontwikkelde, kreeg ik zowel thuis als op school enkel nog reacties over mijn eetgedrag en gewicht. Terwijl voor mij school de enige plaats was waar ik mij aanvankelijk veilig en rustig voelde. Hier kon ik even loskomen van de problemen thuis.
- Benoem concreet gedrag wat JOU ongerust maakt (ik-boodschappen) en vermijd het woord “eetstoornis”. Ga zeker ook niet “beschuldigen”. Ook over het “beschuldigen” kan ik zeer kort zijn. Ik heb vaak opmerkingen gekregen (en nog) in de trant van:
“Eet toch gewoon wat meer, je speelt met je gezondheid! Er zijn mensen die ernstig ziek worden en geen keuze hebben”
“Er zijn mensen die honger lijden en niets hebben.”
“Wij maken ons zorgen, doe het dan voor ons!”
Wel, mensen met een eetstoornis weten dit heus wel én willen het ook wel anders, hoor. Het gaat vaak niet over “niet willen”, maar wel over “niet kunnen”. Het is echt veel complexer dan eten of niet eten. De onderliggende ervaringen, gevoelens … daar gaat het om. Mensen met een eetstoornis voelen zich vaak al heel schuldig, omdat ze “falen” in de ogen van naasten/hulpverleners en zichzelf. Deze opmerkingen maken de schuldgevoelens vaak nog erger. Er ontstaat een vicieuze cirkel. Waarbij het gevoel niet goed genoeg te zijn groter wordt en de eetstoornis terrein wint.
Jouw kind zal waarschijnlijk schrikken als het dit hoort; geef haar/hem dan ook tijd om hier zelf over na te denken en leg opnieuw een moment vast om samen in gesprek te gaan.
De stap naar hulpverlening
- Ga in gesprek met je kind en zoek naar wat “veilig” aanvoelt voor hem/haar.
- Vaak is een eerste speler de huisarts. Een volgende stap kan dan de verwijslijn eetproblemen zijn. Zij kunnen jou helpen geschikte hulp te vinden in je eigen regio.
- Hulpverlening wordt vaak in stappen opgestart. Dit omdat een “veilig” gevoel en het vermijden van druk en dwang heel belangrijk zijn. Vertrouwen in de hulpverlener is essentieel om stappen te kunnen zetten. Dit kan ik vanuit mijn eigen ervaring niet genoeg bekrachtigen! Druk en dwang hebben vaak een averechts effect. Het moeilijke is (in mijn beleving) dat evenwicht te vinden tussen voldoende veiligheid creëren en anderzijds toch uit de comfortzone te treden om herstel te bewerkstelligen.
Ik hoop dat dit beknopte overzicht lichtpuntjes kan bieden op de weg naar herstel.
ANBN kan op die weg een tussenstap zijn, waar ervaringsdeskundigen steeds voor je klaarstaan voor een luisterend oor, advies en steun!
Voor signalen die kunnen wijzen op een eetstoornis geef ik graag volgende link door:
https://anbn.be/blog/eetstoornissen/check-jezelf-signalen/
Nog een interessante link is www.eetexpert.be. Zij kunnen je helpen bij de zoektocht naar professionele hulp in de eigen omgeving.
Samen kunnen we het!
Pennetje


