Het begon als een doordeweekse vrijdagavond: “Hey, er is straks een film met Joaquin Phoenix.” Dat ben ik die het heuglijke nieuws richting mijn vriendin roep. En die ‘ik’ is een vader van midden de 40 met een dochter van bijna 16 die herstelt van een eetstoornis.

De afgelopen jaren waren een intens traject. Maar dat is het bij een eetstoornis altijd, toch? Zeker omdat elk traject anders is. Daarom is een standaardaanpak niet-relevant, meer nog, die bestaat niet eens. Dus zit er niets anders op dan je eigen oplossing bij elkaar te knutselen.

Met alle respect voor alle betrokkenen die langs het traject klaarstaan. Dat gaat van familie en vrienden, via hulpverleners en therapeuten tot collega’s en zakelijke contacten. En toch is het een eenzame tocht. Want het is de ultieme confrontatie met alles waar je voor staat en waarin je door je opvoeding of opleiding leerde geloven.

Ik studeerde wiskunde-wetenschappen. Om maar te zeggen dat ik van logische samenhang hou. En dat is net wat er bij een eetstoornis ontbreekt. Bij biologie leer je bijvoorbeeld dat je eet als je lichaam honger heeft. Ben je in de woestijn zonder iets? Dan snij je een stuk uit een cactus om daarop te knabbelen.

Dat complimenten zoals ‘Je ziet er echt goed uit!’ voor een patiënt met een eetstoornis extra negativiteit triggeren, was ook een moeilijke om te begrijpen. Maar je staat erbij en je ziet het gebeuren. Alleen … als vader heb je geen idee hoe je het moet verklaren.

Nu we een paar jaar verder zijn, kun je terugkijken. Dankzij de uren overleg met experts en ervaringsdeskundigen, heb ik een beetje meer inzicht gekregen. Al blijft het vaak onverklaarbaar voor jezelf en voor betrokkenen die – goedbedoeld – vragen hoe het met je dochter is.

Maar dan komt er plots een film voorbij die naar mijn gevoel alles glashelder in beeld brengt: C’mon C’mon. Zonder te spoilen, kun je die samenvatten als volgt: Johnny is een journalist die moeilijk kan omgaan met zijn emoties. Hij moet door het land reizen om kinderen te interviewen over de toekomst. Hij wordt plots opgezadeld met zijn neefje dat mee op reis gaat. Ze raken onverwachts aan elkaar gehecht.

Het neefje heeft geen eetstoornis, maar wel andere uitdagingen. En net daarin zag ik de parallel: als vader of als ‘tijdelijke voogd’ start je vanuit je persoonlijke waarden- en normenpatroon. Zolang je daarin blind blijft geloven, draait de boel vierkant.

Pas als je met z’n tweeën op de spreekwoordelijke rand van de afgrond staat, besef je dat je ingebeelde houvast geen oplossing brengt. Het lukt alleen als je voluit aan de andere kant van het verhaal gaat staan om de waarden en de normen van de ander te leren kennen. Signalen leren zien, is de eerste stap. Vervolgens durven om mee te gaan in het verhaal van de ander, is veel moeilijker. Maar … uiteindelijk is dat wel dé weg om uit het onbegrip te geraken.

Stekke


Plaats een reactie