Kruip ik op tijd mijn bed in, of blijf ik na de training iets drinken?
Doe ik alle examens mee, of laat ik een vak vallen?
Ga ik mee op weekend, of zeg ik het af?
Vroeger kon ik geen ‘nee’ zeggen. Ik stelde me zelfs de vraag niet. Mijn persoonlijke noden en behoeften schoof ik aan de kant, voor mijn grenzen was ik blind. Natuurlijk deed ik alle examens mee en was ik overal aanwezig!?
Dat is nu anders. De weinige energie waarover ik beschik, heb ik zuinig te verdelen. Het is voor mij gemakkelijker om dingen uit de weg te gaan. Zo houd ik de meeste controle en blijf ik gezellig binnen mijn comfortzone. Niettemin probeer ik mezelf zo nu en dan te pushen.
Waarom wil ik het niet doen? Sluit ik me af omdat ik me slecht voel?
Zal het mij energie kosten of geven? Heb ik er ruimte voor?
Doe ik het om anderen tegemoet te komen, of kan ik er zelf iets aan hebben?
Is het tijd om rust te nemen, of moet ik mezelf een schop onder de kont geven?
Tegenstrijdige gevoelens maken het lastig om knopen door te hakken. Enerzijds heb ik veel nood aan rust. Het liefst zou ik de tijd alleen in mijn vertrouwde omgeving doorbrengen. Anderzijds heb ik behoefte aan sociaal contact, buitenkomen en verbondenheid.
Het is moeilijk te voorspellen of iets me al dan niet goed zal doen, maar mezelf helemaal afsluiten, helpt ook niet.
Er is geen eenduidig of juist antwoord, het is wikken en wegen. Mijn keuzestress met iemand delen of de voor- en nadelen afwegen op papier, zijn dingen die me helpen bij het maken van een beslissing. Mijn psycholoog heeft me ook geleerd om een keuze bewust en met mildheid te maken. Beslis ik om iets niet te doen, dan gun ik mij de rust en veroordeel ik mezelf niet. Doe ik het wel, dan bedenk ik op voorhand wat mijn intenties zijn.
Wat is voor mij belangrijk en wat niet?
Bij de beslissing om mee te gaan op kampeerweekend, nam ik even de tijd voor deze vraag. Ik zag het niet zitten – de autorit, constant onder elkaar zijn, weinig comfort, dingen eten waar ik moeite mee heb, niet op de weegschaal kunnen staan, etc. Maar ik zag er ook de voordelen van in – even weg zijn van thuis en de routine, wandelen in de frisse buitenlucht en het contact met vrienden.
Ik schreef mijn intenties op en dat gaf me rust in mijn keuze om toch mee te gaan op weekend.
Wanneer ik nood heb aan pauze of tijd voor mezelf, dan kan ik dat aangeven.
Ik mag vroeg gaan slapen en daar hoef ik me niet voor te verantwoorden.
Niets moet, aanwezig zijn in het moment is genoeg.
Ik probeer te genieten van mijn vrienden en de natuur rondom ons.
Hoewel er moeilijke momenten waren, kon ik het weekend goed doorkomen met de intenties in mijn achterhoofd. Aan het weekend zelf hebben ze niets veranderd, maar deze voornemens hebben mij wel de mentale rust en kracht gegeven om dit weekend aan te gaan.


