Het begon met de vraag van mijn therapeut om een brief te schrijven aan mezelf i.v.m. de eetstoornis. In de brief stond niets dat ik nog niet wist, maar het maakte wel een aantal zaken duidelijk.
Ik zie mijn eetstoornis niet als een vijand, dat is ook nooit zo geweest. Ik heb het altijd vreemd gevonden als anderen zeiden dat je daartegen moet vechten, alsof het woord ‘vechten’ verkeerd gekozen is.
De eetstoornis was er op de momenten dat ik het niet meer zag zitten. Hoe contradictorisch ook: ze zorgde ervoor dat ik kon blijven leven, dat ik een houvast had en verder kon. Ze is nog steeds een houvast, iemand die er altijd is en mij nog nooit heeft laten vallen. En dat maakt het supereng om haar de rug toe te keren, om daartegen te ‘vechten’.
Ik heb een manier gevonden om met haar te leven. Ondertussen valt er aan de buitenkant nog maar weinig van te zien, ze leeft vooral aan de binnenkant verder.
Ik besef dat ze veel ruimte inneemt in mijn hoofd. Ik heb ook een stuk ‘vrijheid’ opgegeven, maar kreeg er veiligheid voor terug. Ik vloek er soms op en ik ben haar met momenten heel erg beu.
Het blijft enorm dubbel: langs de ene kant is ze nog steeds een enorme houvast die ik niet zomaar kwijt wil, langs de andere kant neemt ze zoveel ruimte in dat het storend is.
Er is een periode geweest dat ik haar zag als iemand die naast mij meewandelde. Ze was er altijd, maar nam minder ruimte in dan nu. Toch kon ze behoorlijk hard schreeuwen. Terugschreeuwen of haar de mond snoeren, werkte dan niet. Wat wel werkte, was haar liefdevol toespreken, haar laten weten dat ik weet dat ze er is, dat ik haar gehoord heb, maar een andere keuze maak omdat die beter is voor mij.
Lieve eetstoornis, het is oké, je mag er zijn. Ik hoor jou, maar momenteel neem je te veel ruimte in. Geef mij ook wat plaats, geef mij de mogelijkheid om te kiezen en laten we dan samen verder gaan, zonder dat je mij overneemt.
—
Ik heb deze blog geschreven omdat ik het soms moeilijk heb met positieve herstelverhalen waarbij alles weer goed lijkt te lopen. Het frustreerde mij omdat dat bij mij maar niet lukte. Ondertussen heb ik voor mezelf aanvaard dat ‘volledig’ herstel er voor mij niet inzit. Het is een kwestie van een manier zoeken om verder te leven met de eetstoornis aan mijn zijde, zonder dat die mij volledig overneemt. Ik heb een leven opgebouwd naast de eetstoornis en ik ben ergens ook trots op wat ik heb bereikt.
Daarbij wou ik een andere aanpak meegeven die voor mij beter werkt dan ‘vechten tegen’. Mogelijks is dit ook een hulp voor anderen.
Liefs,
Heleen


