Ik knoop de veters van mijn schoenen. Koen pakt de autosleutels van het tafeltje en trekt zijn jas aan. Een groot bruin brood en twee stokbroden voor deze ochtend. Met dat lijstje vertrekken we naar het dorp om eten te halen voor het weekend. We zijn op weekend en hebben een koelkast vol eten en drank, maar brood halen we liefst zo vers mogelijk bij de lokale warme bakker.
Na een korte rit stappen we de bakkerij binnen. In de rekken liggen stapels brood uitgestald: bruin, meergranen, rogge, tarwe, boeren, spelt, wit, vloergebakken … het lijstje lijkt eindeloos. In mijn hoofd begint het wat te wringen. Keuzestress dringt zich op en een klein stemmetje in mijn hoofd wordt wakker. Koen draait zich naar me en vraagt: “Nemen we niet gewoon wat koffiekoeken? Zou Gert lange suisses eten? Ik neem er in ieder geval al eentje en nog een chocoladekoek. Wat neem jij?”
Op dat moment is het stemmetje in mijn hoofd klaarwakker: “Koffiekoeken? Huh, je ging toch brood kopen? Wat is dat nu opeens met koffiekoeken? Waar komt dat vandaan?” Ik blokkeer en zeg hem dat voor mij een boterham oké is. Ik hoef geen koek. We rekenen af en keren terug naar het vakantiehuisje. De tafel is gedekt, we schuiven aan en eten rustig ons ontbijt. Koen legt een lange suisse op zijn bord. Rustig snijdt hij een stuk van de koek en eet die met veel gebaren op. “Dat is nu eens een koek. Met één koek rijd je volgens mij de Ronde van Frankrijk uit, met twee zo’n koeken rijd je jezelf een baan weg van de aarde door de sugar rush in je bloed.”
In mijn hoofd klinkt een stemmetje goedkeurend. Die boterham was de betere keuze.
Het was de veilige keuze, de vertrouwde keuze. Maar of het de betere keuze was? Dat betwijfel ik een week later.
Ik vertel het verhaal aan mijn diëtiste. Op zich heb ik weinig problemen met koffiekoeken, maar in deze fase van mijn herstel wil ik er nog op voorbereid zijn. Onverwachte situaties doen me vastlopen en teruggrijpen naar gekende keuzes. We bespreken de situatie en ze stelt voor dat ik even op papier een aantal scenario’s uitwerk. Daarna moet ik de komende weken gepland koffiekoeken halen bij de bakker en die thuis in alle rust eten. Zo weet ik wat oké voelt en wat niet wanneer zich nog eens zo’n situatie voordoet. Als ik thuis lange suisses heb gegeten en me daar stilaan oké bij voel, dan weet ik dat op een onverwacht moment een lange suisse best een goede keuze is. Er is ook niets mis met die toch te kopen, een halve te eten en dan te zeggen dat dat voldoende is. Dat is waar. Die keuze is er ook, maar soms zie ik die keuzes en mogelijkheden niet. Dan is een nuchtere derde stem zo nuttig.


