Mijn lichaam en ik … zo zag ik dat vroeger: er was een lichaam (dat ik vaak ‘een lijf’ noemde) en er was ik. In mijn hoofd vielen die niet samen. Dat lichaam, dat haatte ik, dat mocht er niet zijn, dat moest kapot gemaakt worden. Dat ik dan ook mezelf zou vernietigen kwam niet bij mij op.
Eerst leerde ik inzien dat ik in dat lichaam ‘woon’ en er dus best wat zorg voor draag. Het was een soort tussenstap waarbij ik ze nog steeds als aparte entiteiten zag, maar wel wist dat ze elkaar nodig hadden om te overleven.
Later viel ik steeds vaker ‘samen’ met dat lichaam en vormden we steeds vaker één geheel.
Om mijn lichaam en mezelf te laten samenvallen, moet ik ook echt voelen dat ik een lichaam heb.
Ik heb even moeten zoeken naar iets waar ik mij goed bij voel, wat past in mijn drukke leven en waarbij ik niet te snel over mijn grens zou gaan. Iets wat mij het gevoel geeft dat ik leef, zonder dat het destructief is. Iets wat mij nieuwe energie geeft, zowel fysiek als mentaal.
Ik kwam uit bij judo. Een aantal jaar geleden zou ik je voor gek hebben verklaard. Ik, een contactsport, ik die in het dagelijkse leven een hekel heb aan mensen die te dichtbij komen of die mij ongevraagd aanraken.
Bij judo is er echter veel respect. Je begroet elkaar bij het begin, je beveiligt de ander en stop is ook echt stop. Er wordt gehamerd op je grenzen aangeven en respect hebben voor elkaar. En daarom kan het.
Soms ben ik heel moe na een zware werkdag, zie ik er wat tegenop om te gaan. Na de les voel ik me echter altijd beter. Ik heb mijn hoofd kunnen leeg maken en voel nieuwe energie, nieuwe ruimte in mijn hoofd. Ik heb dan het gevoel dat ik leef. Ik voel dat ik een lichaam heb en dat ik dit niet had kunnen beleven als het er niet zou zijn. Mijn lichaam en ik vallen dan samen, we vormen één geheel en dat is oké.
Voor mij is judo dus een beetje therapie. Ik leer er dat fysieke aanrakingen wel oké zijn, ik leer er dat grenzen aangeven belangrijk is, ik leer er dat ik goed moet blijven eten, anders houd ik het niet vol, ik leer er dat ik een lichaam heb.
En zo vallen we weer samen, vormen we één geheel. Dat maakt dat ik het gevoel heb van steviger te staan, het gevoel van écht te leven en daar gaat het uiteindelijk om.


