In (On)breekbaar vertelt Laurens Van De Velde hoe anorexia stilaan in zijn leven sloop in een periode waarin hij erg kwetsbaar was.


Hoewel Laurens net een blessure opgelopen heeft die vanaf nu voorgoed de deuren sluit voor een toekomst in het voetbal, laat hij hierbij niet zomaar het hoofd hangen. Hij gaat meteen opnieuw op zoek naar een passie, en geraakt volkomen overtuigd als hij zich in het MUDA voor gitaar kan inschrijven. Hij leert Bart kennen, met wie hij een bandje van vier opricht en die ook meteen zijn beste vriend wordt, en in het derde jaar zijn eerste verliefdheid. Zijn opa en hij zijn als twee handen op een buik. Alles lijkt voor de wind te gaan.

Alleen, thuis zit de sfeer niet goed. Zijn broer geraakt niet over een liefdesbreuk, de chronische ziekte van zijn moeder en het bijklussen van zijn vader zorgen voor spanningen in het gezin. Op een dag stelt zijn vader voor te verhuizen en zelf een ruim huis met grote tuin te bouwen. Tijdelijk zullen ze moeten logeren in een krappe woonunit, en Laurens maakt dankbaar gebruik van de caravan die een eindje verder op het terrein staat – een keuze die zich nadien tegen hem zal keren.

Maar dan keert het tij en lijkt het alsof alle zekerheden op korte termijn uit zijn leven verdwijnen: zijn beste vriend breekt met hem, het loopt mis in de liefde, zijn opa overlijdt, corona breekt uit …

Alleen in zijn caravan maakt anorexia zich stilaan van hem meester; eerst door soms een maaltijd over te slaan, dan via het lopen. Het begon als een uitlaatklep die helaas stilaan ongezonde proporties aanneemt. Zelf ziet hij eerst nog de voordelen van afvallen: door te stoppen met voetbal staat hij ondertussen wat minder strak en als kind had hij wel eens opmerkingen gehad over zijn ‘molligheid’.

Zijn familie merkt al die tijd niet meteen iets op, tot zijn broer toevallig de badkamer inkomt als Laurens een bad neemt. Immens geschrokken van diens magerte, loopt hij in paniek naar zijn ouders. Ze vatten meteen de koe bij de hoorns en gaan de dag nadien meteen met Laurens naar de huisarts. En daar begint zijn traject richting herstel: eerst ambulant, waarbij hij stilaan het strikte minimum begint te eten met de hulp van zijn ouders, maar helaas geen vooruitgang boekt. Het stemmetje in zijn hoofd blijft te sterk. Bij een volgende stap (opname op een afdeling eetstoornissen omdat zijn gezondheid in gevaar komt) verergert de situatie en wordt Laurens zelfs depressief: na een dikke twee weken staat hij weer thuis en weigert resoluut nog ooit terug te keren.

Op een dag komt zijn vader enthousiast thuis met de referentie van een buurman voor een psychiater (Fransien). De man zijn dochter die aan ballet deed, had ook anorexia gehad en was er met haar bovenop geraakt. En inderdaad, ook Laurens boekt stilaan vooruitgang door Fransiens duidelijke richtlijnen, strikte plan, maar ook een zekere mildheid. Ook de documentaire Emma wil leven en een aantal accounts op sociale media spreken Laurens moed in.

Naast de steun van familie, is er gedurende heel zijn herstelperiode een vriendin die hem nooit de rug toekeerde. Haar lange brief is een aanmoediging in het herstel, en ook zijn gitaarleraar investeert extra in Laurens opdat hij terug op het niveau van voordien kan geraken.


In de epiloog verneem je dat Laurens de stem overwonnen heeft: ze is er nog wel, maar elke dag wat zwakker en minder tiranniek. Bovendien grijpt hij nu niet meer naar zijn loopschoenen of eten voor houvast, maar is zijn gitaar wat hem op zulke momenten weer op het pad kan brengen.

Hij gaat een mooie toekomst tegemoet; studies aan het conservatorium die hij combineert met lesgeven en optreden als mensen hem dat vragen. En wie weet een nieuwe liefde …


Plaats een reactie