Het gaat beter. Ik durf het haast niet te zeggen, maar het gaat beter. Elke dag een klein beetje beter. Denk ik. Nee, weet ik eigenlijk wel. Iedereen rondom mij zegt het. Ik geloof het nog niet, maar dat komt; zegt iedereen rondom me.
Adem in, adem uit.
Sinds een paar weken speel ik bingo. Elke zondagavond trek ik vijf kaartjes met uitdagingen op het vlak van eten uit een grote pot op de kast en die vijf kaartjes wil ik kunnen afvinken voor de komende zondagavond. Deze week staat op mijn to-dolijstje: roerei, stroopwafel, taart en koffie, boterham met cottage cheese en fruit, en een sultanakoek. Elke week is het wat anders. Sommige uitdagingen lukken vlot, andere zijn wat moeilijker. Maar ik merk dat ik elke week met een klein beetje minder tegenzin in de pot grabbel. Ik forceer mezelf om mee te doen aan ‘spontane uitdagingen’ zoals mijn diëtiste het noemt: denk aan traktaties voor verjaardagen, plotse uitnodigingen voor een drink op café en een onverwachte ontbijtkoek aangeboden op het werk.
Adem in, adem uit.
Lukt dat supervlot? Nee, zeker niet. Ik moet mezelf wel dwingen, maar eenmaal gekozen om het te doen, lig ik nadien geen uren meer te malen en voel ik me niet of minder schuldig dan enkele maanden terug. Dat helpt dus. En niet alleen bij mij; ik hoorde van enkele lotgenoten dat actief uitdagingen aangaan grote stappen vooruit zijn richting herstel.
Maar het blijft bij momenten erg lastig. Zo is boodschappen doen niet mijn favoriete bezigheid. Ik word om de oren geslagen met Nutri-scores, felgekleurde labels die ‘0% vet’ schreeuwen en moeders die hun kinderen opdragen om de variant te nemen die ‘Kijk! Laag in suiker’ is.
Adem in, adem uit.
Verschrikkelijk vind ik het. Dan moet ik op zoek naar de yoghurt waar in koeien van letters op staat ‘Romig en vol van smaak’ – haha, groen lachen is dat. Dat staat namelijk op mijn boodschappenlijstje dat mijn diëtiste me meegaf. Ze heeft haar redenen om me volle melkproducten te laten kopen en ik begrijp die honderdtien procent.
En toch. Iedereen met een eetstoornis weet dit wel, maar lichaam en geest zijn absoluut niet één. Wat je weet, doe je daarom niet. En wat je wil, lukt je daarom niet. Je lichaam heeft soms zijn eigen wil en doet wat het wil, zo lijkt het toch. Dan trekt er een mist door je brein en zie je even troebel. Op die momenten vraag ik mijn vrouw om verder boodschappen te doen in dat deel van de winkel, terwijl ik elders het lijstje afloop. Dan zoek ik even wat mentale rust tussen de waspoeders en haarshampoos; ver van alles wat met voeding te maken heeft.
Adem in, adem uit.
Moedig is het niet, maar het werkt. Na vijf minuten verdwaald te zijn tussen conditioners voor extra volume of net niet, kan ik terug rustig ademhalen. Ik ga vervolgens terug op stap tussen de rekken koeken en droge voeding, en zoek de stroopwafels die ik nodig heb voor de bingo-uitdaging van deze week.
Adem in, adem uit.
Roerei mag na vandaag geschrapt worden van de bingo. Goed bezig, denk ik dan. Rondom mij zeggen ze het ook. Het zal dan wel. Ook al geloof ik het zelf nog niet.


