Ik ben geen held. Ik sta niet heel graag in de schijnwerpers, maar doe het wel als het van me gevraagd wordt. Ik ben van nature introvert en vertoef graag op mezelf of in kleine, gezellige groepjes. Dan praat ik graag mee en maak ik graag een opmerking tussendoor, maar het hoge woord voeren, dat laat ik vaak over aan een ander. Dan observeer ik liever en luister ik graag naar wat anderen te vertellen hebben. In mijn hoofd spring ik dan van het ene idee naar het andere, zoek ik verbanden, fantaseer ik erop los. Dat doe ik zo ook wel. Ik heb nogal een rijke fantasie en ben talig genoeg om het goed en vlot uit te leggen en zo word je af en toe toch gevraagd om in de schijnwerpers te komen staan.

Vanuit ANBN kwam een oproep naar mensen die voor de camera wilden getuigen over hun ervaring met een eetstoornis. Als leverancier van blogberichten voor ANBN kwamen ze bij mij terecht en als lieve, warme mensen mij iets vragen, dan smelt ik. Nee zeggen, kan ik niet goed en in dit geval wilde ik helemaal geen nee zeggen. Integendeel. Ik reageerde met een luide ‘ja’ (puntgrootte 24 – ARIAL bold) op de oproep en al snel werden de vage plannen concreet.

Op 24 mei stap ik naast mijn vrouw in de auto en rijden we naar Antwerpen om mee te werken aan een nieuw project. Met een bang hart wandel ik door de metalen poort een grote loods binnen. Het regent en de druppels klinken als een orkaan op het golfplaten dak. De wind giert tussen de kieren van het houten deurtje, maar de setting is fantastisch. In de ruimte staan twee camera’s opgesteld en lopen mensen druk in de weer met microfoontjes, kabels en koffie. Plots gaan een paar handen de lucht in. Els en Katleen, coördinator en voorzitter van ANBN, begroeten me enthousiast en stellen me direct gerust. Terwijl een andere ervaringsdeskundige zijn verhaal doet, wacht ik mijn beurt af. Een goed kwartier later zet ik me op de stoel, nadat de cameraman me een microfoon heeft opgespeld. Hij klapt in zijn handen en de interviewer stelt de eerste vraag: ‘Wie ben je en waar heb je ervaring mee?’

Zo. Het hoge woord is eruit. Het is wereldkundig gemaakt. Het staat op tape en wordt op dit moment gemonteerd, geknipt en geplakt, vormgegeven en klaargemaakt voor verdere verspreiding.

Na deze vraag volgen nog een resem vragen en ik merk dat ik naarmate het gesprek vordert meer en meer vertrouwen krijg. De stress gaat wat liggen en de antwoorden komen vlot over mijn lippen. Ik ben hier al zo lang mee bezig, heb al zo vaak en veel nagedacht over de ziekte dat ik weet wat ik wil vertellen. Toch zijn slechts een paar mensen heel dicht bij mij op de hoogte van wat ik al jaren beleef. Daar moet ik naar aanleiding hiervan toch snel verandering inbrengen.


Plaats een reactie