Samenwonen is niet altijd simpel. Laat staan als er een eetstoornis mee inwoont. Een maand geleden was het voor mij de officiële stap. Hoe dichter de verhuisdatum naderde, hoe meer de eetstoornis op volle toeren draaide in mijn hoofd. ‘Je hebt een appartement, voor jou alleen, waarin je alles zelf kan beslissen … inclusief de maaltijden en de activiteit.’
Voor een eetstoornis een luxe, want geen sociale controle en dus geen schaamte. ‘Ze zeggen dat je in een gelukkige relatie allebei bijkomt … Is dat echt zo? Ik wil gewoon weer een stap vooruitzetten in het leven en niet langer in dezelfde cirkel blijven draaien. Ik wil iemand hebben die thuis is als ik thuiskom. Ik wil de nachten niet meer alleen spenderen.
Ik wil … ik wil … ik weet niet wat ik wil … Misschien wil ik wel gelukkig zijn?
De dag van de verhuis was er paniek in mijn hoofd, hoewel ik erin slaagde mijn lichaam zo goed mogelijk kalm te houden. Ik zag mijn meubels en spullen beetje bij beetje verdwijnen in de vrachtwagen en het zicht op het leeg appartement was voor mij even een realiteitscheck.
Ben ik nerveus? Bang? Verdrietig? Hoe beleven anderen een verhuis? Reageer ik wel op een gepaste manier? Zo veel twijfels, zoveel onzekerheid. En toch ben ik ervoor gegaan.
Ik kwam even later mijn vriend tegemoet in het nieuwe huis. De vrachtwagen moest snel weer leeggemaakt worden. Van de storm in mijn hoofd ging het naar een orkaan waarvan ik de kracht ten zeerste had onderschat. Dus ik zei maar willekeurig waar de dingen naartoe moesten. Tot de laatste dozen waarvan ik dacht, laat die hier maar gewoon staan. Ik was fysiek gespannen, maar mijn hoofd was moe. ‘En wat nu?’ dacht ik.
Mijn vriend is altijd begripvol geweest ten aanzien van mijn eetstoornis. Hij kent mijn verleden en mijn verhaal, en toch blijft hij ervoor kiezen om aan mijn zijde te blijven. Dat siert hem. Maar ik was bezorgd dat hij zou zien dat ik het nog moeilijk had met mijn ‘fear foods’ en dat ik er nood aan had om elke dag iets van beweging te doen. Bijna elke maaltijd zullen we samen spenderen ‘Wie weet wat hij over mij zal denken? Misschien denkt hij dat ik maniakaal ben of compleet gestoord? Zou hij nog bij me willen blijven? Ik wil hem niet kwijt.’
Ik had gezworen mijn best te blijven doen.
Ik ben al gegroeid en ik kan nog verder groeien. Het helpt dat mijn vriend geen commentaar heeft op wat ik eet of hoeveel ik sport. Hij gaat niet in de aanval en mijn eetstoornis hoeft zich niet te verdedigen, en vice versa. Ook helpt het dat ik me terug wat veiliger voel, waardoor de stem van de eetstoornis niet te luid wordt. En hetgeen wat mij helpt om stappen te blijven zetten, is dat als ik toch uit mijn comfortzone kom dat mijn vriend het erkend en het nadien met humor kan aanpakken. Zo leert hij mij ook nieuwe dingen ontdekken en ik hem. Wie had gedacht dat ik ooit nog eens een boterham met choco zou eten?!


