‘Bommetje!’, schreeuw ik. Ik neem een korte aanloop en spring in het zwembad. De kinderen juichen en armen ondersteund door zwembandjes vliegen de hoogte in. Een fractie van een seconde zweef ik door de lucht en dan land ik. Onder me hoor ik een plof en de krokodil die tussen mijn benen zit, kijkt bedrukt naar me op. Een hernia ter hoogte van de L3 – en L4-wervel vermoed ik. Ik rol van het plastic monster en kijk het in de schele ogen. Beeld ik het me in of blaast het vervaarlijk naar me? Ik hoor in elk geval iets sissen. Rondom me roepen kinderen me toe: ‘Nog eens! Hoger! Meer spetters!’
De vakantie is begonnen. Rond het zwembad ligt de rest van de groep in strandstoelen te lezen. De zon zit verscholen achter de wolken en wanneer ik uit het zwembad klim, ril ik van de kou.
Deze morgen videobelde ik met mijn diëtiste.
Ze vroeg me hoe het met me ging. ‘Het gaat wel goed’, zei ik haar. ‘Ik ben blij dat ik de groep voor ons vertrek vertelde over de eetstoornis. Dat maakt dat ik nu niet stiekem moet doen of me vervelend moet voelen over bepaalde dingen. Hoewel het dubbel is. Als er mensen in de groep meedoen, wordt het makkelijker; maar omgekeerd is het moeilijker, als niemand meedoet en jij de enige bent die een snack wilt of moet eten.‘
Ze knikt even. ‘Begrijp ik. Draai het om. Neem initiatief. Koop je favoriete snack of bijvoorbeeld een doos ijsjes en trakteer tijdens de middag op een ijsje. Er zullen ongetwijfeld mensen meedoen. Dan ligt het in jouw handen en heeft de eetstoornis minder in de pap te brokken. En doe voor de rest maar mee met de groep. Aperitieven, een glas wijn … het is vakantie.’
We plannen een nieuwe afspraak in en nemen afscheid.
De krokodil drijft langs de waterkant en staart me aan. Het compartiment midden in haar lijf is gesprongen bij mijn duik deze morgen en haar buik is daardoor nu wat extra opgezet. Ik voel me ook wat opgeblazen. Toch doe ik zoveel mogelijk mee met de groep en neem nog een hapje en nip eens van mijn glas.
Santé! Op jouw en mijn gezondheid, mevrouw de krokodil!


