Een tijdje geleden las ik een artikel in het Standaard Weekblad over Kae Tempest (5/7/25). Ik kende hem enkel van het – vind ik wondermooie – liedje ‘People’s faces’. Ik las hoe hij de moeizame weg gegaan is van ontdekken dat hij trans is, van Kate naar Kae.
Hoewel dit niet mijn weg is, raakte het artikel me. Zijn struggles komen me bekend voor, ook al is het dan op andere vlakken. Ook ik behoor tot minderheidsgroepen: ik ben neurodivergent en ik kamp met chronisch ziek-zijn.
Ik weet dus hoe het voelt om niet begrepen en niet aanvaard te worden, om me ongewenst te voelen.
Deze ervaringen hebben er mee toe geleid dat ik een snoeiharde innerlijke criticus ontwikkeld heb. Mezelf aanvallen, veroordelen, naar beneden halen … Ik doe het bijna de hele dag, gewoon in gedachten of luidop, heel vaak zonder dat ik me er bewust van ben.
Een sterke innerlijke criticus of een laag zelfbeeld staat bekend als een risicofactor voor het ontwikkelen en in stand houden van eetstoornissen.
Dat is bij mij zeker het geval. Mijn innerlijke criticus en eetstoornis kunnen het prima met elkaar vinden en spannen samen om mij zogezegd te helpen, maar doen eigenlijk net het omgekeerde.
In deze context was er een passage in het artikel over Kae Tempest die me in het bijzonder trof, namelijk:
‘Omdat hij zichzelf aanvaardt, heeft hij niet meer de noodzaak om zijn keuzes te legitimeren en verandert hij het geweer van schouder. Hij ontneemt iedereen de kans om hem af te wijzen, omdat hij dat zelf niet langer doet.’
Deze zinnen raakten me diep.
Er is me al vaker verteld dat het niet-helpend is om negatief over mezelf te denken en te spreken. Rationeel begreep en begrijp ik het wel, maar toch leek het weinig beweging te brengen. Wat het lezen van deze paar zinnen wel deed. Ineens besefte ik hoe ik mezelf eigenlijk constant verwond met die harde negatieve gedachten en uitspraken. En hoe absurd dit eigenlijk is. Want hoe kan mezelf verwonden me nu helpen? Zelfs als iemand het zou opmerken en mijn wonden verzorgt (wat zeker niet altijd gebeurt!), ben ik nog steeds gewond. Ook als de wonden uiteindelijk genezen, blijven er littekens achter.
Mezelf niet langer afwijzen.
Het voelt gek. Leeg. Kwetsbaar.
Maar tegelijk trekt het me ook aan.
‘Anderen de kans ontnemen om me af te wijzen door dit zelf niet langer te doen.’
Er zit zoveel kracht in.
Onafhankelijkheid. Leven. Moed. Dapperheid. Trots.
Van machteloos en overgeleverd aan wat anderen over me denken naar zelf beslissen, trouw blijven aan mijn waarheid en mijn waarde, gaan staan voor mezelf.
Ik hoef niet te wachten op de toestemming van anderen om mezelf oké te vinden.
Het helpt te weten dat ik niet alleen ben op deze weg. In deze strijd die zovelen gaan, vaak onzichtbaar, om verschillende redenen.
Ik ga hem aan. In kleine stappen. Op naar ‘mezelf echt te beschermen’. Mezelf bestaansrecht geven, ook al doen anderen dat niet.
Om af te sluiten geef ik deze quote uit het artikel graag nog mee:
‘Sometimes the most powerful way to rebel is to simply exist in a world that tells you not to.’
Leslie Feinberg in Stone butch blues



